Richteren 21:5

SVEn de kinderen Israels zeiden: Wie is er, die niet is opgekomen in de vergadering uit al de stammen van Israel tot den HEERE? Want er was een grote eed geschied aangaande dengene, die niet opkwam tot den HEERE te Mizpa, zeggende: Hij zal zekerlijk gedood worden.
WLCוַיֹּֽאמְרוּ֙ בְּנֵ֣י יִשְׂרָאֵ֔ל מִ֠י אֲשֶׁ֨ר לֹא־עָלָ֧ה בַקָּהָ֛ל מִכָּל־שִׁבְטֵ֥י יִשְׂרָאֵ֖ל אֶל־יְהוָ֑ה כִּי֩ הַשְּׁבוּעָ֨ה הַגְּדֹולָ֜ה הָיְתָ֗ה לַ֠אֲשֶׁר לֹא־עָלָ֨ה אֶל־יְהוָ֧ה הַמִּצְפָּ֛ה לֵאמֹ֖ר מֹ֥ות יוּמָֽת׃
Trans.wayyō’mərû bənê yiśərā’ēl mî ’ăšer lō’-‘ālâ ḇaqqâāl mikāl-šiḇəṭê yiśərā’ēl ’el-JHWH kî haššəḇû‘â hagəḏwōlâ hāyəṯâ la’ăšer lō’-‘ālâ ’el-JHWH hammiṣəpâ lē’mōr mwōṯ yûmāṯ:

Algemeen

Zie ook: Mizpa

Aantekeningen

En de kinderen Israels zeiden: Wie is er, die niet is opgekomen in de vergadering uit al de stammen van Israel tot den HEERE? Want er was een grote eed geschied aangaande dengene, die niet opkwam tot den HEERE te Mizpa, zeggende: Hij zal zekerlijk gedood worden.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּֽאמְרוּ֙

zeiden

בְּנֵ֣י

En de kinderen

יִשְׂרָאֵ֔ל

Israëls

מִ֠י

Wie

אֲשֶׁ֨ר

is er, die

לֹא־

niet

עָלָ֧ה

is opgekomen

בַ

-

קָּהָ֛ל

in de vergadering

מִ

-

כָּל־

al

שִׁבְטֵ֥י

de stammen

יִשְׂרָאֵ֖ל

van Israël

אֶל־

tot

יְהוָ֑ה

den HEERE

כִּי֩

want

הַ

-

שְּׁבוּעָ֨ה

eed

הַ

-

גְּדוֹלָ֜ה

er was een grote

הָיְתָ֗ה

geschied

לַ֠

-

אֲשֶׁר

aangaande dengene, die

לֹא־

niet

עָלָ֨ה

opkwam

אֶל־

tot

יְהוָ֧ה

den HEERE

הַ

-

מִּצְפָּ֛ה

te Mizpa

לֵ

-

אמֹ֖ר

zeggende

מ֥וֹת

Hij zal zekerlijk

יוּמָֽת

gedood worden


En de kinderen Israëls zeiden: Wie is er, die niet is opgekomen in de vergadering uit al de stammen van Israël tot den HEERE? Want er was een grote eed geschied aangaande dengene, die niet opkwam tot den HEERE te Mizpa, zeggende: Hij zal zekerlijk gedood worden.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!